kakariki

De kakariki komt van oorsprong uit Nieuw-Zeeland. De naam kakariki komt uit het Maori en betekent ‘kleine groene papegaai’. Er bestaan verschillende soorten kleuren bij de kakariki, zo kunnen ze groen met rood zijn, maar ook geel met rood en groen.

Voeding

Het zijn zeer nieuwsgierige vogels dus elk voer wat er aangeboden wordt, wordt eerst eens even goed onderzocht. Ze zijn heel behendig met de pootjes en graven daarom gedurende dag op de grond op zoek naar voedsel, ze krabben dan met de pootjes tussen de takjes en bladeren. Ze eten zaadmengsels voor grote parkieten, eivoer, fruit, groenvoer en twijgen.

Gedrag

Een kakariki kan in gevangenschap gerust 16 jaar oud worden. Daarnaast zijn het vogels die paartjes vormen en lang bij elkaar blijven. Broeden gebeurt al op een leeftijd van 3 á 4 maanden. Kakariki’s zijn goed samen te houden omdat ze goed met andere soortgenoten op kunnen schieten.

Voortplanting

Kakariki’s zijn niet erg kieskeurig over hun nestkast. Zodra ze een plekje hebben gevonden is het mannetje degene die de nestkast verdedigt tegen indringers. Ze broeden het hele jaar door en krijgen vier nesten (of legsels) per jaar. Een legsel bestaat uit 5 tot 9 eieren, deze worden door het vrouwtje in 18 tot 21 dagen uitgebroed. Na een week hebben de kuikens wit dons, na 4 weken hebben ze het volledige verenkleed en na 5 weken is het tijd om uit te vliegen.

Weetjes

• Kakariki’s zijn niet erg kieskeurig over hun nestkast. Zodra ze een plekje hebben gevonden is het mannetje degene die de nestkast verdedigt tegen indringers. Ze broeden het hele jaar door en krijgen vier nesten (of legsels) per jaar. Een legsel bestaat uit 5 tot 9 eieren, deze worden door het vrouwtje in 18 tot 21 dagen uitgebroed. Na een week hebben de kuikens wit dons, na 4 weken hebben ze het volledige verenkleed en na 5 weken is het tijd om uit te vliegen.