Leer meer over

koningsgier

Vogels

koningsgier

Latijnse naam:Sarcoramphus papa

Herkomst:Midden- en Zuid-Amerika

Klasse:Vogels

Orde:Roofvogels

Familie:Gieren van de Nieuwe Wereld

Leefgebied:Regenwouden en boomsavannes

Gewicht:3 tot 4,5 kg

Max. Leeftijd:40 jaar

Draag(broed)tijd:57 dagen

Status:Niet bedreigd

De koningsgier is een opvallende vogel, mede door zijn krachtige snavel en roodgele kam. De ogen zijn omgeven door een rode kring. De vleugels van de koningsgier zijn wit met zwarte punten. Er bestaat geen verschil in uiterlijk en grootte tussen man en vrouw. De koningsgier leeft in de regenwouden en boomsavannes in Midden- en Zuid-Amerika. Ook in bergstreken kun je hem tegenkomen.

Voeding

Koningsgieren zijn echte aaseters, ze eten dus graag dood vee, gestrande vis, muizen, vogels en hagedissen. Omdat ze de karkassen door de bomen vaak niet zien liggen en ze niet goed kunnen ruiken, hebben koningsgieren een tactiek ontwikkeld. Ze volgen andere gieren die in hetzelfde gebied leven. Een daarvan is de kalkoengier. Deze gieren hebben een betere reuk dan de koningsgieren. De koningsgieren letten op de kalkoengieren als die ergens boven een aas cirkelen. Ze jagen vaak andere gieren bij een karkas weg.

Gedrag

Koningsgieren leven meestal in paartjes. Vaak zijn te vinden zittend in de top van een boom of hoog in de lucht zwevend en op zoek naar eten. Koningsgieren zijn vanwege hun grootte helemaal afhankelijk van de thermiek, je zult ze dan ook niet snel met hun vleugels zien klappen.

Voortplanting

Koningsgieren leggen een ei in een boomholte, meer dan twintig meter boven de grond. In het droge seizoen vindt de paartijd en broedperiode plaats. Na de paring legt het vrouwtje een ei, deze is gebroken wit met bruine vlekken. Beide ouders broeden het ei uit, na 56 dagen komt er een kuiken ter wereld wat ze samen opvoeden. Het jong krijgt opgebraakt voedsel, dat in de krop opgeslagen zit, te eten. Het kuiken blijft meestal bij de ouders tot het volgende broedseizoen.

Weetjes

  • Hoewel nieuwe wereld gieren, veel overeenkomsten hebben met oude wereld gieren, zijn ze meer verwant aan ooievaars. Ze hebben veel overeenkomsten in hun skelet en sommige gedragingen.
  • De overeenkomsten tussen de “oude” en “nieuwe” gieren is dan ook een goed voorbeeld van ‘convergente evolutie’, dat is wanneer twee verschillende groepen dieren op elkaar gaan lijken doordat ze in dezelfde soort omstandigheden leven.
img